Een van de leukste boeken die is ooit gelezen heb was "I am a stranger here myself", van Bill Bryson. Bill, een Amerikaan, kwam na 20 jaar in Groot-Brittanie gewoond te hebben weer terug in Amerika en schreef over zijn wederwaardigheden. Het boek komt er op neer dat als je denkt je eigen land te kennen, je nog wel eens voor verrassingen kan komen te staan.
Dit overkomt me eigenlijk deze week. Het is heerlijk weer in Nederland te zijn. Het is prachtig weer en de Nederlandse ploeg gaat gestaag vooruit op het WK voetbal. Maar ik zit nog steeds te haspelen met Euros -- die zijn ingevoerd nadat ik al uit Nederland vertrokken was--, vraag me af of een strippenkaart nog werkt en weet niet hoe "Rivella" smaakt (ook ingevoerd na mijn vertrek). Ik eet stapels boterhammen met kaas om maar een inhaalslag te maken, begrijp de Nederlandse verkeers situaties niet meer (zoveel borden en pijlen op de weg!), en vergeet weer eens in de supermarkt de groentes zelf te wegen (in Amerika worden die bij de kassa voor je gewogen). Ook de kleine porties verbazen me. Het is natuurlijk een cliche dat alles in Amerika "much bigger" is, maar echt, kunnen die glaasjes en kopjes niet een beetje groter?
Ook de speeltuinen zijn verrassend anders hier. Daar heb ik vroeger (na m'n tiende dan) natuurlijk nooit op gelet, maar een niet wetenschappelijke inspectie van speeltuinen suggereert dat speeltuinen in Nederland leuke dingen hebben als kabelbaantjes, familieschommels en draaimolens. Maar ook veel zand (leuk maar stoffig). Amerikaanse speeltuinen zoals ik ze ken draaien meer om een klimrek met glijbanen en hebben allemaal een prachtige kunststoffen ondergrond (zacht met vallen en lekker schoon). Ook lijken voetbal goaltjes hier wat algemener -- maar dat is wellicht niet zo verassend gezien het feit dat het Amerikaanse team inmiddels lekker vanuit huis de verrichtingen van het Nederlandse elftal kan volgen...
Recycling is ook anders hier. In Amerika -- in Washington in ieder geval -- gooi je het groenafval in het afval of spoel je het weg via de "garbage disposal" in de keuken. Blikjes, glas, plastic en papier gaan allemaal door elkaar de recycling bak in. In Nederland betrap ik me er dus steeds op dat ik weer groenafval weggooi of hopeloos rondloop met een verloren blikje dat ik weet niet waar naartoe moet. (En voor de geinteresseerde lezer: Amerika scheidt het afval niet omdat ze het efficienter vinden het gewoon later te sorteren aangezien mensen toch vaak het afval zelf niet helemaal goed scheiden). Het valt me trouwens wel op dat er minder afval ontstaat in een dagje huishouden in Nederland. Ik weet niet of dat is vanwege de kleinere porties of vanwege betere en slimmere verpakkingen. (Of vanwege het feit dat ik niet in m'n eigen huis leef en dus niet de hele tijd zelf de afvalbak leeg.)
Ik zie dus al deze verschillen, maar het leuke van tien jaar buitenland is toch wel dat je wat gematigder wordt in "dit is goed" en "dit is niet goed" in een bepaald land. Ik vind het nu vooral interessant om te zien hoe landen eruit zien, hoe dingen werken en hoe dat samenhangt met de geschiedenis en cultuur. Landen -- net als personen -- maken gewoon verschillende beslissingen over hoe ze alles willen aanpakken, of het nou slim is of niet, daar is wel een reden voor.
In China is straks natuurlijk ook alles anders. Maar misschien helpt het omdat ik het daar verwacht?
Sunday, July 4, 2010
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment